Een avond met Rita Velthorst

Door Peti (2008)

vrouwenteam

Het Vrouwenteam van de IVABO (Instituut voor Voortgezet Agogisch Beroepsonderwijs): Anja Meulenbelt, Anita Aarts, Rita Velthorst, Lydia Helwig, An Luttikholt, Joke, nu Jotika Hermsen. (foto Ine van den Broek)

 

De methodiek van het “liefzijn voor elkaar”

Het was een heerlijke avond in Amsterdam. Er was onweer beloofd, maar het bleef onwaarschijnlijk zacht en aangenaam. Nadat we onszelf voor gek hadden gezet in de DVD winkel in de Staalstraat (zijn jullie zusjes? nee, wij zitten in een eetclub. Oh, want jullie reageren op elkaar als zusjes) gingen wij, twee enig-kinderen, nog even chillen op het terras van Danzig. Daar kon ik het toch niet laten om een begin te maken met de feministische debriefing van Rita.

Rita Velthorst is nu 79 jaar. Ze leeft erg in het nu en het is daarom niet eenvoudig om te weten te komen waar zij was en wat zij heeft gedaan in die spannende tijd die ons altijd weer boeit. Een tipje van de sluier is opgelicht. Lees het hier in een “the day after” verslag.

Begin zeventiger jaren werden Rita en Anja Meulenbelt gevraagd om collega’s te worden bij de VO (voortgezette opleiding) van de School voor Maatschappelijk werk aan het Karthuizerplantsoen. Zij gingen de methodiek van “het liefzijn voor elkaar” geven. Anja nam het theoretische deel voor haar rekening, Rita de praktijk. Anja studeerde in die tijd nog, schreef voor FemSoc en werkte hard aan haar baanbrekende en balbrekende opus ‘De Schaamte Voorbij’.

Vrouwenteam

Anja en Rita maakten deel uit van het zogenaamde Vrouwenteam. Ze waren autonoom en mochten zelf het lesprogramma samenstellen. In die tijd werd er niet naar getaald of iets in het curriculum paste zolang het maar om Methodiek draaide. Beoordeling werd gedaan aan de hand van schriftelijke stukken en supervisie. Anja en An Luttikholt toetsten wat op schrift stond en Rita toetste of de dames de methodiek ook beheersten in de praktijk.

De studenten van Rita en Anja zaten in een experimentele Vrouwengroep. De eerste bestond uit een tiental vrouwen (onder wie o.a. Anneke Camstra) en twee mannen die al snel de plaat poetsten. Er werd in die groep vooral gekeken naar de vrouw in haar onderdrukte positie. En daar iedereen zelf vrouw was werd het een ontdekkingtocht in de eigen ervaring en het eigen handelen. Het groepsbegeleidingsproces ging aan de hand van thema’s zoals sexualiteit. En inspiratie werd opgedaan in de praktijk met de clienten.

De vrouwenbeweging was een voedingsbodem voor de maatschappelijkwerk opleidingen. De ontdekkingstocht werd gedaan vanuit de feministische visie. Vooral de onderdrukkende mechanismen werden onderzocht en ontleed. Het uitgangpunt was dat vrouwen op alle mogelijke manieren werden onderdrukt. De staat onderdrukte met betuttelende wetgeving, de maatschappij onderdrukte met verlammende vooroordelen, de mannen onderdrukten hun vrouwen en de vrouwen onderdrukten elkaar en zichzelf.

Feest der radicalisering

In de Vrouwengroep werden revolutionair andere oordelen ontwikkeld over verlegen zijn, jezelf wegcijferen, niet voor jezelf opkomen en geen idee hebben over wat je zelf eigenlijk zou willen. En, voor het eerst: hoe je jezelf onderdrukte.

Het werd een feest van radicalisering.
Het toonaangevende axioma was: alle vrouwen ziijn lesbisch, behalve zij die het nog niet weten. Rita: ‘Dat heeft veel heterovrouwen lesbisch gemaakt. Al of niet met succes.‘
In ieder geval konden de vrouwen die lesbisch waren voor zichzelf uitkomen.

De Vrouwengroep was zo succesvol dat er op den duur wachtlijsten kwamen. Andere opleidingen wilden ook zoiets. Dus gingen afgestudeerden van Rita en Anja de wereld in om de blijde boodschap te verkondigen.

Er kwam een Vrouwenhulpverlening.
Op een gegeven moment kwam er een switch in perceptie: vrouwen zijn wel zielig, maar je kan niet eeuwig doorgaan met het oprichten van Blijf-van-mijn-lijfhuizen. De man zelf moest aangepakt worden. Er moest een emancipatieproces bij mannen op gang gezet worden.

Controverse

Inmiddels was er een controverse binnen de opleiding ontstaan. Aan de ene kant had je de vrouwengroepen en aan de andere kant kwam de methodiek van de gezinsbehandeling in zwang.

De vrouwengroep was anti-gezin. De nucleaire familie, zoals dat toen heette, vader, moeder en de kindertjes, had in de ogen van de feministen afgedaan als te ouderwets, te beperkend en te claustrofobisch. Het was de onderdrukkingsmachine die individuele ontwikkeling en expressie vernietigde.

En nu was uit Engeland ineens een soort consoliderende, anti-revolutionaire methodiek komen overwaaien die het onderdrukkende instituut bij uitstek, het gezin, centraal in de hulpverlening positioneerde.

Het ideaalbeeld waar Rita naar streefde, zich voor inzette en aan werkte, was een sterke, vrije vrouw die het eigen leven in eigen hand had. De mogelijkheid voor vrouwen om zo te worden kwam er. Ze hoefden het alleen nog zelf te grijpen. Want op den duur werd de druk op de door mannen gedomineerde maatschappij om emancipatoire veranderingsprocessen op gang te zetten enorm. De veranderingen kwamen, in vloedgolven.

Rita: “Het sprak het mannelijke gevoel voor logica aan.”

Zie ook: Herinneringen op de weblog van Anja Meulenbelt