Café Saarein, de geschiedenis, deel 3

De beste organisatievorm, het collectief bestuur.

Bij het 10-jarig bestaan van Saarein schreef Lidi Kleijn voor het boekje “10 jaar 1978-1988”, het volgende artikel over de geschiedenis van dit bijzondere café. In 2019 zijn er enkele aanvullingen van Carla Schrama toegevoegd. (Deze zijn cursief en gemarkeerd met *)

10 jaar Saarein: Van VROUWENcafé naar vrouwenCAFÉ

deel 3: Het Collectief

foto door Marian Schut

Eén van de uitgangspunten bij het opzetten van Saarein was dat het beheer te allen tijde overdraagbaar zou moeten zijn. Naast ideëel zijn, moest het café vooral ook bedrijfsmatig goed functioneren. De beste organisatievorm daarvoor werd gevonden in een collectief bestuur, in de rechtsvorm van een Stichting waarvan het bestuur werd gevormd door diezelfde collectiefleden. Een organisatievorm die op overleven was gericht en niet op persoonlijk gewin. Deze werd in het stichtingenregister geregistreerd als lokaal welzijnswerk met als doel het verspreiden van informatie ten behoeve van de vrouwenbeweging en de exploitatie van een cultureel ontmoetingscentrum. Dit centrum was café Saarein en werd ingeschreven in het handelsregister. Zo hoefden we ook geen vennootschapsbelasting af te dragen, alhoewel we voor het café wel belastingplichtig waren voor de btw.*

Die vorm van collectief bestuur heeft in die tijd wel een paar keer een wijziging ondergaan. De eerste vijf jaar was er één uit het collectief, Carla Schrama, die de functie van bedrijfsleider vervulde en de vergunning op haar naam had staan. Wettelijk diende de vergunninghouder in het café aanwezig te zijn. De gemeente stelde, in het geval van een stichting, voor de zekerheid als eis dat dat iemand in full time loondienst moest zijn. Dat betekende dat Carla werkneemster was en het collectief als stichtingsbestuur de werkgever.*

Haar taak omvatte de zorg voor de dagelijkse praktische gang van zaken, zoals de inkoop en de boekhouding. Na verloop van tijd wilde zij er mee stoppen en moesten we tot de conclusie komen dat dit te veel werk en verantwoordelijkheid was voor één persoon. Er werd besloten die taken van het dagelijkse beheer te verdelen over meerdere personen, terwijl zo lang als nodig de vergunning op haar naam mocht blijven staan. 

In 1984 kwam er weer een verandering omdat het collectief-besluiten-nemen vaak zo log en onhandelbaar bleek te zijn. Het werkt niet echt lekker als je met haar 13-en of 14-en moet beslissen over bijvoorbeeld “wel of geen en wat voor broodjes”. Iedereen had een mening over alles en het kostte uren om tot een overeenstemming te komen over in wezen triviale zaken. We besloten toen om met de tijd mee te gaan en een efficiënter management te gaan voeren. De 3 à 4 personen die het “achtergrondwerk” (inkoop, boekhouding, publiciteit) deden, kregen meer beslissingsbevoegdheid en voortaan werden alleen belangrijke kwesties doorgespeeld naar de vergaderingen van het gehele collectief die nu nog maar eens in de 4 weken plaatsvonden. Alhoewel die structuurverandering toentertijd door iedereen gewenst werd, kostte het erg veel pijn en moeite om het zelfs maar op papier te realiseren. Urenlange, dagenlange slopende vergaderingen herinner ik me, vol verwarring en onvoorziene beslissingen, waar dan de volgende keer weer op werd teruggekomen.

Nu achteraf denk ik dat die emotionele chaos eigenlijk werd veroorzaakt door het gevoel dat dit een soort afscheid van vroeger was, het einde van een periode. De begingroep (de ouwe hap zogezegd) was er op 2 na inmiddels uitgestapt. Het groepsgevoel was anders geworden. Vroeger was voorgoed verdwenen.

foto Lizet Kraal

strip door Peti Buchel
Strip van Peti

Lees verder over De Generaties & De Feesten